De 3 Huizen

Inleiding:

‘De 3 huizen’ is een basismethodiek die we kunnen toepassen bij jonge pubers.

Deze methodiek wordt gebruikt om met de jongere in gesprek te gaan. Ook kan je de methodiek gebruiken om met meerdere kinderen van hetzelfde gezin in gesprek te gaan.

In de contextbegeleiding wordt deze methodiek toegepast om een inventarisatie te maken van de thuissituatie.

Ook op scholen/CLB’s kan de methodiek gebruikt worden om een inventarisatie te maken van de schoolsituatie (en eventueel de thuissituatie). We gaan de situatie van de jongere ‘exploreren’.

In echtscheidingssituaties kan er speciale aandacht zijn voor het contact met de niet-thuiswonende ouder, de wijze waarop ouders met elkaar en het kind omgaan.

Indien je de thuissituatie met de kinderen wil bespreken, is het belangrijk om dit vooraf te bespreken met de ouders! Voor het kind is het belangrijk dat het weet dat de ouders op de hoogte zijn en toestemming gegeven hebben.

Bij deze methodiek is het belangrijk om de gevoelens van weerstand of angst bij de jongere te benoemen en te respecteren!

Werkwijze:

Begin van het gesprek:

‘Weet je nog waarom wij vandaag een gesprek hebben? Kan je het mij nog eens vertellen?’
‘Wat vind je ervan dat we het daarover gaan hebben?’

Op 3 grote bladeren kan je de jongere drie huizen laten tekenen.

Het huis van de zorgen.
Het huis van de leuke dingen.
Het huis van de toekomst. Dit is het huis waarin de zorgen zijn opgelost.

De jongere kan zelf schrijven in ‘De 3 huizen’.

2. Voorbeeldvragen ‘huis van de zorgen’:

‘Gebeuren er op school (en/of eventueel thuis) eens dingen die niet leuk zijn?’
‘Heb je daar wel eens iemand over verteld?’
‘Wil je mij erover vertellen?’
‘Wat vind je niet leuk?’
‘Wat doe je als zoiets gebeurt? Wat voel je dan?’
‘Weet je of er iemand anders zich ook zorgen maakt over deze dingen?’
‘Welke verdrietige dingen zou je willen dat er nooit meer gebeuren?’
‘Als je huisdier zou kunnen praten, wat zou die mij dan vertellen dat er niet leuk is op school (en/of eventueel thuis)?’
‘Waaraan zou ik kunnen merken dat je je zorgen maakt?’
‘Zijn er nog andere dingen waarover jij je zorgen maakt?’

3. Voorbeeldvragen ‘huis van de leuke dingen’:

‘Wat vind je op school (en/of eventueel thuis) het fijnst?’
‘Waar word je blij van?’
‘Hoe voel jij je dan? Waaraan kan ik dat dan zien?’
‘Wat zou je nooit willen missen?’
‘Bij wie kan je terecht voor hulp?’

4. Voorbeeldvragen ‘huis van de toekomst’:

‘Als alle zorgen zouden weg zijn, hoe zou je huis van de toekomst er dan uitzien?’
‘Wat zou er nooit meer gebeuren in dat huis?’
‘Welke afspraken en regels zouden er zijn in dat huis waar iedereen zich aan moest houden?’
‘Wat denk je dat ervoor nodig is om ervoor te zorgen dat … niet opnieuw zal gebeuren?
‘Wie kan je daarbij helpen?’
‘Waaraan zouden we kunnen zien bij jou dat wat jij graag wilt is gebeurd? Wat nog meer?’

Na het inventariseren van de situatie bij de jongere, kunnen we verder werken via de ‘oplossingsgerichte methodiek en Mission Possible.

Bronnen: