Signalen van Welzijn
Inleiding:
Deze methodiek loopt parallel met ‘De 3 huizen’. Hier wordt ook gewerkt met 3 kolommen.
De ‘Signalen van Welzijn’ zijn echter beter toepasbaar voor oudere pubers en adolescenten.
In de jeugdzorg maakt men veel gebruik van deze methodiek. Dit kan ook toegepast worden in scholen met jongeren die probleemgedrag stellen.
‘De Signalen van Welzijn’ is een oplossingsgerichte methode. Samen met de jongere ontwikkelt de leerkracht, zorgcoördinator of CLB-medewerker een plan.
Doelen:
Prioritair is het opbouwen van een samenwerkingsrelatie met de jongere waar sprake is van problemen of probleemgedrag.
Belangrijk als begeleid(st)er van de jongere:
-
Zoeken naar uitzonderingen op het probleemgedrag, bijv.: ‘wanneer doet het probleemgedrag zich niet voor?’ ‘Wat helpt je dan daarbij?’
-
De begeleider moet de sterke kanten en hulpbronnen van de jongere zien en ontdekken.
-
Bekijken welke doelen de jongere heeft in plaats van zich te richten op de problemen.
-
De begeleider moet beoordelen in hoeverre de jongere bereid en in staat is om plannen voor verandering uit te voeren.
Wat wil je bereiken?
-
Problemen en probleemgedrag sneller en beter signaleren (preventief werken).
-
Zorgen dat de hulp sneller en beter verloopt, doordat de werkwijze leidt tot het snel verkrijgen van inzicht in de situatie en duidelijkheid geeft over wat er moet veranderen.
-
Zorgen voor minder ingrijpende maatregelen (bijv. straf, strafstudie, schorsing, …).
-
Door de activerende benadering van de jongere zijn de doelen sneller bereikt.
-
Jongeren zijn meer tevreden over de geboden hulp omdat ze actief kunnen participeren en de hulp een duidelijke doelstelling heeft.
Basishouding van de begeleider:
Het is belangrijk om de jongere te respecteren als iemand die het waard is om mee te werken en ervan uitgaan dat de jongere zelf kan bijdragen aan het oplossen van de situatie.
​
Werkwijze:
Klik op de onderstaande knop 'Download' om een blanco versie van het schema te downloaden;
​
​
De bedoeling is om samen met de jongere kolom per kolom in te vullen.
-
Overlopen van de zorgen:
-
Wat is er gebeurd waarover we ons zorgen maken?
-
Waar maken we ons zorgen over dat er in de toekomst zou kunnen gebeuren?
-
Welke zorgen heeft de jongere zelf?
2. Overlopen van de krachten:
-
‘Wat kan en doe je goed?’
-
‘Waar kan je terecht met je problemen?’
3. Doelen waar we willen naartoe werken:
-
Wat wil de school zien dat de jongere doet en over welke periode?
-
Wat wil de jongere doen en over welke periode?
-
Wat denkt de jongere dat hij/zij kan doen om de situatie te verbeteren?
-
Welke stappen zijn er nodig in het behalen van deze doelen?
Om de doelen verder aan te pakken kan er gewerkt worden met schaalvragen en/of ‘Mission Possible.’
​
​
​
Bronnen:
​