Oplossingsgericht Werken
-
Inleiding:
De methodieken in onze toolbox vertrekken vanuit de oplossingsgericht methodiek (De 3 Huizen, Signalen van Welzijn en Mission Possible).
Daarom is het belangrijk om te weten wat ‘oplossingsgericht werken’ is, en welke tools men hanteert bij het oplossingsgericht werken.
Nog niet zo lang geleden, werd vooral gewerkt vanuit een model dat erop gericht was te kijken naar tekortkomingen en onvolkomendheden in het menselijk gedrag. We hielden ons bezig met het onderzoeken van de mogelijke oorzaken en het ‘repareren’ van schade ontstaan door trauma’s en aangeboren afwijkingen. In de opvoeding lag de nadruk vooral op ‘conditionering’, en het afleren van ongewenst gedrag. Dit werd bereikt door het gebruiken van straffen.
Het oplossingsgericht werken komt voort uit de psychotherapie, maar is ondertussen doorgedrongen in de wereld van coaching en onderwijs.
Oplossingsgericht werken werkt met wat er in het moment is, gericht op een gewenste toekomst, met als doel problemen op te lossen.
In plaats van te focussen op het probleem van een jongere, gaat de oplossingsgerichte coach zich concentreren op vragen naar uitzonderingen en aanwijzingen van al aanwezige verbetering. Geen enkel probleem doet zich altijd voor!
2. Oplossingsgericht werken:
Het is de taak van de coach om de jongere te helpen bij het formuleren van de gewenste veranderingen of doelen die de bestaande problemen verbeteren.
Een manier om dat te bereiken is uit te vinden wat er precies gebeurt op de momenten dat het probleem zich niet voordoet. Er wordt dus een analyse gemaakt van de situaties waarin het goed gaat.
Het oplossingsgerichte model gaat ervan uit dat cliënten, ook jongeren, alle hulpbronnen al bezitten die nodig zijn om hun problemen op te lossen, maar dat zij zich daarvan alleen nog niet bewust zijn en ze niet kunnen toepassen. De oplossingsgerichte coach helpt de jongeren zich van deze kwaliteiten en informatie bewust te worden en dit bewustzijn in de praktijk te brengen.
De oplossingsgerichte aanpak richt zich vooral op:
-
Wat er nu is.
-
Wat in de toekomst wenselijk is.
-
De uitzonderingen op het probleem (wat werkt wel goed, en wat is er anders als het probleem zich niet voordoet?).
-
Signaleren en monitoren van vooruitgang.
-
Het krijgen van invloed in plaats van controle.
-
Samenwerking met de jongere en zijn omgeving.
-
Herkennen en gebruikmaken van al aanwezige hulpbronnen en kwaliteiten.
-
Eenvoud door een zo klein mogelijke verandering en het gebruik van eenvoudige en duidelijke taal.
-
Acties, in de vorm van kleine stappen, op weg naar het gewenste doel.
Door deze wijze van werken houdt de jongere zijn probleem in eigendom én blijft hij verantwoordelijk voor zijn eigen oplossingen. Dit zorgt bij de jongere voor een grotere, meer autonoom beleefde motivatie.
3. Tools bij oplossingsgericht werken:
Oplossingsgericht werken draait rond taal:
Oplossingsgericht taalgebruik is positief, meer hoopvol, gericht op de toekomst en suggereert een situatie die meer van voorbijgaande aard is.
Taal wordt zorgvuldig gebruikt. Dit betreft de woordkeus, de zinsbouw, de kwaliteit van de toon van de stem en beklemtoning.
Taal omvat ook de expressie van het gezicht en de lichaamstaal.
Het is de kunst om je taal aan te passen aan de cliënt. Of het nu over kinderen, jongeren of ouders gaat.
Ook bij ouders en adolescenten met een verstandelijke beperking is er een manier om oplossingsgericht aan de slag te gaan. Bij deze doelgroep zijn het geven van concrete voorbeelden héél belangrijk.
Ga op zoek naar uitzonderingen: ‘wanneer ging het één keer wel goed?’ Via deze voorbeelden kun je de situatie verder open trekken, bv.: ‘wat heb je toen gedaan zodat het die keer wel gelukt is?’
Schaalvragen:
Het op een schaal van 0 tot 10 plaatsen is een eenvoudig instrument.
De schaal heeft een cijfer van 0 tot 10, waarbij 0 de niet gewenste situatie is en 10 de gewenste situatie. Met de 10 blijf je binnen de realiteit!
Het helpt om bruikbare informatie boven tafel te krijgen.
Het draait vooral om de bespreking omtrent de score op de schaalvraag. Het cijfer op zich is van weinig belang.
Wat bij score 0?
Nooit het antwoord of het gevoel van de jongere in twijfel trekken!
-
Je kan wel erkenning geven, bv.: ‘moet lastig zijn, hoe lang sta je al op O? Hoe houd je het al zo lang uit? Hoe heb je dat overleefd? Waar haal je die kracht vandaan?’
-
‘Wat zou het kleinste tekentje zijn dat er op zou wijzen dat je niet meer op 0 staat?
-
‘Is het ooit nog slechter geweest, onder 0? Wat is nu dan een tikkeltje beter dan toen?
Belangrijke vragen zijn:
-
Wat is er nodig voor jou om van je vijf een zes te maken?
-
Waarom is dit net geen vijf, maar wel een vier? Wat ontbreekt hier?
-
Welke factoren zorgen ervoor dat jij een zes gegeven hebt? Wat zou ervoor zorgen dat dit maar een vier of vijf zou zijn? Wat zou ervoor zorgen dat je een zeven geeft?
-
Wat moet er zeker behouden worden?
Wondervragen:
Waar sommige jongeren problemen ondervinden om hun succes te omschrijven, kan de wondervraag uitkomst bieden. Het helpt de jongere de eerste stappen op weg naar oplossingen te definiëren.
De wondervraag helpt een beeld te vormen van hoe de oplossing eruit zou kunnen zien.
De wondervraag kan op veel manieren gesteld worden, bv.: ‘Ik wil je een vreemde vraag stellen. Stel dat er terwijl je vannacht slaapt en het stil is in huis, een wonder gebeurt. Het wonder is dat het probleem dat je hier bracht, is opgelost. Omdat je sliep, weet je echter niet dat het wonder heeft plaatsgevonden. Waaraan denk je, zou je merken dat je probleem is opgelost?’
Dialoog is hier belangrijk. Je dialoog moet leiden tot concrete hulpverleningsdoelen.
Uitzonderingsvragen: onderzoeken van positieve ervaringen.
Geen enkel probleem doet zich altijd voor.
Uitzonderingen zijn momenten waarop een probleem zich niet of in mindere mate voordoet. Door deze momenten op te merken en gericht door te vragen, help je jongeren deze momenten te ontdekken en te benutten.
Complimenten:
Door de jongere te complimenteren ga je de moeilijkheid aan het probleem onderkennen en herkennen én positief bevestigen van wat de jongere al goed doet, bemoedigt en motiveert tot verandering. De jongere zal betrokkenheid en begrip voelen.
4. Slot:
Oplossingsgericht werken is dus werken met wat er in het moment is, gericht op een gewenste toekomst, met als doel problemen op te lossen.
Samenwerken met de jongere is hierbij belangrijk. De jongere kent tenslotte zijn eigen situatie het best, om zo tot een goed werkende oplossing te komen die realistisch is en aansluit bij de behoefte van de jongere.
De jongere behoudt daarbij zelf verantwoordelijkheid en eigenaarschap bij het realiseren van de benodigde veranderingen.
​
Nuttige websites voor oplossingsgericht werken:
​
​
​
​
Bronnen:
Vorming ‘oplossingsgericht werken’ door Nadine Callens.
Beumer-Peeters, C. (2010.) Mission Possible (tweede herziene editie 2e oplage: 2019). Amsterdam, Nederland: Boom uitgevers Amsterdam
Bolt, A. van der Zijden, Q. (2015). 1 Gezin 1 Plan (derde druk, 2017). Amsterdam, Nederland: Uitgeverij SWP Amsterdam
​
​
​